Elk een eigen stukje ruimte, eigen woonkamer, badkamer,keuken. Maar toch niet alleen. Als je even hulp of gezelschap nodig zou hebben, klop je gewoon even bij je buren aan. Mijn moeder had ook wel wat anderen in gedachte om dit samen mee uit te voeren. Over de loop van de jaren veranderde de samenstelling van de bewoners wel eens, maar het idee bleef hetzelfde.
Maar dat was al dat het was: een idee, een droom. Iets wat je zou doen als je de loterij zou winnen. Want om een pand te kopen wat groot genoeg is voor twee of 3 gezinnen, daar heb je geld voor nodig, veel geld.
Toen wij opgroeiden en volwassen werden, veranderde het idee van mijn ouders: niet zelf een “woongroep” starten, maar meedoen aan een al bestaande woongroep. Gewoon met zijn tweetjes, de kinderen zijn het huis uit, die hebben hun eigen weg te gaan, hun eigen dromen. Ze zijn toen op zoek gegaan, kwamen wel het één en ander tegen, maar niet in Dordrecht, waar (het grootste deel van) mijn moeders familie woont. Er was er wel één in oprichting, een heel project: een woongroep voor ouderen. www.opteiland.nl . Daar zijn mijn ouders langzaam ingegroeid.
Ik daarentegen had de oorspronkelijke droom niet losgelaten. Ik woonde op mezelf in een portiekappartemement in Rotterdam en vond dat helemaal niets. Ik kan gewoon niet goed tegen alleen zijn. Maar ik zag ook wel dat het niet meer was dan een droom, te duur en op dat moment absoluut niet haalbaar. Ik heb wat rondgezocht, voorzichtig geïnformeerd bij woongroepen in Rotterdam, maar de ideologie paste niet bij mij. Van lieverlee heb ik op een gegeven moment één van mijn kamers onderverhuurd. Verschillende studenten zijn de revu gepasseerd, maar het was eigenlijk te klein, dus ze zochten allemaal verder naar iets groters.
Op een gegeven moment verhuisden mijn ouders terug naar de randstad en toen ben ik weer bij hun komen wonen. De band tussen ons nu was veel meer op een gelijkwaardig niveau. We waren met zijn driën verantwoordelijk voor het huishouden en dat ging prima. De droom stak weer de kop op bij mij, maar mijn ouders wilden het niet, ze waren bang dat als ze ouder werden ze een te groot beslag op mij zouden leggen.
Ik kreeg een vriend, Floris. Hij had een eigen huis. Met kerst ging ik een weekje bij hem logeren en ik ben nooit meer weggegaan. We kwamen vaak bij mijn ouders, Floris en mijn ouders konden het goed vinden. We hadden gezamenlijke hobby's: D&D, computers, terreinrijden later, gewoon praten over politiek, religie, wetenschap. We hadden wel andere opvattingen, maar dat zorgde er juist voor dat we iets hadden om over te praten.
De droom bleef. Ook Floris zag het wel zitten, maar mijn ouders hielden de boot af. Totdat ik dacht dat ik misschien per ongeluk zwanger zou zijn. Dat leverde een paar problemen op. Ik studeerde nog, Floris bracht geld in het laatje. Wij hadden een oppas nodig, en een groter huis, want hier paste geen baby in.
Toen drong het tot mijn ouders door dat samen in één pand wonen ook voordelen opleverde. Ze hoefden niet heen en weer te reizen als ze moesten oppassen. En als ze ouder zouden worden, zou ik toch wel mantelzorg leveren. Als we in één huis woonden, scheelde dat alleen maar reistijd. En of je nou boodschappen doet voor één of voor twee gezinnen, dat maakt ook niet zoveel uit, als je in hetzelfde huis woont. Zo'n huis, waarin twee generaties samen wonen, met elk een eigen woonkamer, keuken en badkamer heet een kangoeroe woning.
Uiteindelijk bleek ik gelukkig nog niet zwanger te zijn. Maar kinderen zullen er uiteindelijk toch komen. We zijn nu een jaar verder. En waarvan we ooit dachten dat het een onbereikbare droom was, komt nu toch uit.